De naam Holi is bekend bij een ieder en wordt getypeerd als feesttijd.
Wanneer we iemand vragen naar wat Holi is dan zegt men meteen een feest waarbij met kleuren wordt gespeeld.
Echter heeft Holi een diepere betekenis.
Ho is een roeping, waarbij de aandacht wordt gevraagd voor iets (sambadhak sabd) en Li staat voor versmelting (pighal jana). Het komt erop neer dat er een waarschuwing wordt gegeven waarbij de mens moet opletten anders zal deze ook vergaan. Dit is ook duidelijk uit de geschiedenis over Holi te herleiden.
Holi betekent niet alleen feest maar dus ook een waarschuwing.
Verpaupering
Daar waar Holi ooit een heilig feest was, is het heden ten dage in vergetelheid van de mens geraakt.
Tegenwoordig wordt Holi getypeerd met veel alcohol, vlees en erop los feesten.
De thema van Holi en de diepgaande moto is mens vergeten. Ook is men vergeten hoe heilig deze dag is. Het is een dag met een vegetarisch karakter en eerbaarheid als symbool.
Jammer genoeg is slecht het feesten overgebleven en de rest van de waarden en normen zijn dusdanig vervaagd dat de mens er niet eens de moeite voor neemt om het zo rein mogelijk te willen houden.
Wanneer Holi
In de Phalgun maand volgens de hindoeïstische kalender (de maand feb/mrt) wordt het lentefeest gevierd. Dit is de laatste maand volgens de Hindoeïstische kalender. Een nieuwjaar klopt aan en het oude staat op het punt afgesloten te worden. Het oude (kwade) wordt feestelijk afgesloten om het goede (nieuwjaar) met plezier te verwelkomen. Alle strijd en oneffenheden onderling wordt bijgelegd en gezamenlijk maakt men een nieuw begin.
Holi is een feest waarop jong en oud, rijk en arm, licht of donker getint, geleerden en ongeleerden gelijk staan. Tijdens deze viering wordt geen onderscheid gemaakt tussen de mensen onderling.
Het verhaal
De demonenkoning Hiranyakashapu deed jarenlang boetedoening (Tapasya) voor Shiv Bhagvan. Op een dag verscheen Shiv Bhagvaan en vroeg hem om een zegen te vragen.
Hiranyakashapu die een aanbidder van Shri Brahma (de schepper) en Shiv (die de vernietiger is) was, was op zoek naar onsterfelijkheid en hoopte deze te verkrijgen door zijn boetedoening.
Hij vroeg aan Shiv Bhagvan om hem onsterfelijk te maken. Hierop antwoordde Shiv Bhagvan dat een ieder die geboren is, ooit zal moeten sterven. Niet tevreden met dit antwoord bedacht hij een listige zegen. Hij vroeg “laat mij dan niet dood gaan binnen of buitens huis, niet door een mens en ook niet door een dier, niet door een wapen en ook niet door een mantra (spreuk/vloek), niet overdag en ook niet ’s avonds, niet in de lucht en ook niet op de grond.
Hiermee dacht de vader onsterfelijk te zijn geworden.
Shiv Bhagvan ging in op zijn verzoek en zei “Tatha-astu” (zo zal het geschieden).
Onsterfelijk als hij dacht geworden te zijn, dwong hij een ieder hem als god aan te bidden. Een ieder die dat niet zou doen, moest sterven. Uit angst en vrees voor eigen leven, werd hij door ieder mens op de wereld als god aanbeden.
De demonenkoning Hiranyakashapu had een zoon genaamd Prahalaad. Prahalaad was een devoot van God Vishnu. Door zijn sterke toewijding aan Shri Vishnu, wilde Prahalaad niemand anders eerbiedigen dan Shri Vishnu zelf.
De vader van Prahalaad, Hiranyakashapu, eiste van Prahalaad dat hij hem aanbad en niet Shri Vishnu. Hierbij ging de vader de strijd aan tegen Prahalaad om zo zichzelf als God neer te zetten. De vader ging zelfs zo ver dat hij een ieder die tot Shri Vishnu bad, strafte dan wel om het leven bracht. Hij liet mensen onder dwang bekeren en gebood hen hem als God aan te bidden.
Prahalaad was de enige die hij niet zo ver kon krijgen. Hij probeerde op diverse manieren Prahalaad te weerhouden om Shri Vishnu puja te doen. De vader ging zelfs over tot harde hand. Zo liet hij zijn zoon van de bergtop naar beneden gooien, tussen de leeuwen en slangen te gooien. Ook probeerde hij zijn zoon onderwater te dompelen. Hij liet zijn zoon door olifanten verpletteren. Maar alle keren werd Prahalaad gered. Voor de vader op onverklaarbare wijze, wist Prahalaad steeds te overleven.
De zus, Holika, van Hiranyakashapu, de vader van Prahalaad, had door Tapasya een zegen van Shiv Bhagvan verkregen dat zij niet door het vuur om het leven gebracht kon worden. Zij vertelde haar broer van haar zegen en liet de vader een brandstapel voorbereiden waarop zij met Prahalaad op zou gaan zitten.
Ondanks de zegen van onbrandbaar zijn, verbrandde Holika op de vuurstapel en bleef Prahalaad ongedeerd.
Verbaasd van deze wonderen vroeg hij heel boos aan zijn zoon, “als die Vishnu van jouw, je overal van beschermd, waar is Hij dan? Waarom komt Hij niet te voorschijn?”
Prahalaad antwoordde “vader Narayan (Shri Vishnu) zit in alles en overal. Ook in U!”. Hierop zei de vader “als jouw Narayan overal zit, dan zit hij ook hier in deze pilaar”. Prahalaad antwoordde “ja vader, als u hem aanroept, zal hij verschijnen”.
De vader pakte zijn knots en sloep op de pilaar waarop een zeer angstaanjagend wezen tevoorschijn kwam. Dit wezen was half mens en half dier. Zijn hoofd was van een leeuw en zijn romp van een mens. Hij was een boze verschijning (Avtaar) van Shri Vishnu. Deze verschijning heet de Narsingha Avtaar (verschijning).
“Nar” betekent mens, en “Singh” betekent leeuw.
De woede van dit wezen was niet te stillen en brulde als maar door.
Hij greep met zijn klauwen de vader vast en sleepte hem mee in de deuropening. Daar ging Hij zelf zitten.
De tijd was zeer belangrijk.
Narsingh Bhagvan was niet binnen en ook niet buiten. Hij zette de vader op zijn dijen. Zo was hij niet op de grond en ook niet in de lucht. Het was de tijd van schemering, dus niet overdag en ook niet ’s avonds. Hij zelf was geen mens en ook geen dier. Hij doodde de vader met zijn scherpe klauwen, dus niet met een wapen en ook niet met een spreuk/vloek.
Moto van het verhaal
Ook al ben je beloond met de hoogste zegen van God, wie goed doet, zal goed krijgen en wie kwaad doet, zal kwaad krijgen. Holika die gezegend was van onbrandbaarheid, verbrandde en Prahalaad bleef ongedeerd.
Dit wordt gevierd door een brandstapel aan te leggen en deze in brand te steken.
Een ander interpretatie
Holi is ook een lentefeest. Doordat het lente is en de natuur in de bloei is, gaan alle bloemen open. De vogels leggen eieren, de wereld is versierd van mooi gekleurde bloemen. Zo wordt tijdens dit feest ieder mens bepoederd en ondergegoten in vele kleuren. Zo wordt een ieder één en is er geen onderscheid onderling.
Holika dahan
Het is een overwinning van het goede op het kwade. Holika is verbrand en Prahalaad is gered.
Deze dag wordt gevierd op de dag van volle maan in de maand Phalgun. Op deze dag staat men stil bij de gedachte van Prahalaad die na veel leed keer op keer door Shri Vishnu Bhagvan werd gered en Holika, die ondanks haar zegen van onbrandbaarheid en het goede wilde vernietigen, alsnog verbrandde op de brandstapel.
Burhwa mangal
Op de eerst volgende dinsdag eindigt het feesten. Een ieder gaat naar de ouders, de ouderen/wijzen. Het leven kan immers niet altijd uit feesten bestaan. Door naar deze ouderen te gaan, ontvangen zij de zegen van deze ouderen/wijzen en vangen aan met hun werk om het land te bewerken en het verzorgen van de dieren.
Samengesteld door Acharya Varun Sharma
© Stichting Pandit