Door handelingen te verrichten kan men God bereiken. Zo is het ook met Sanskaar. Vanaf de geboorte is de mens enigszins besmet. Alles wat de mens bezit is geleend. Het lichaam is eveneens geleend. De grondstoffen voor het lichaam zijn Ether, Lucht, Vuur, Water en Aarde. (Beter bekend als Akaash, Vaayu, Agni, Djal, Prithwi)
Al deze grondstoffen heeft de mens ter leen gekregen en zal het na hun leven terug moeten geven.
Nu het lichaam (de grondstoffen) bepaalde eigenschappen met zich mee dragen, zal deze nu ook gezuiverd moeten worden.
Het zuiveren doen we met sanskaars (Rituelen). Deze rituelen zijn bedoeld om het lichaam schoon te houden. Je kunt het vergelijken als het schoonhouden van je huis. Als je huis schoon en netjes is, dan kun je met een tevreden gevoel in het huis verblijven.
De Ziel, die in het lichaam woont, verlangt ook een schoon huis. De ziel is niets of niemand anders dan God (althans een verschijning) van hem. De ziel is niet zichtbaar en heeft materie nodig om de krachten / eigenschappen van God enigszins zichtbaar te kunnen maken.
Van al deze eigenschappen maakt de ziel gebruik door het lichaam te laten werken. Feitelijk zijn wij door twee gaten aan het gluren. Met de gaten worden de oogkasten bedoeld, waaruit de ziel de wereld aanschouwt.
De grondstoffen hebben elk vijf eigenschappen zoals:
Ether: Vluchtig, Gas, Onzichtbaar, Oneindig, Voortstuwend (vibratie / trillingen).
Lucht: Onzichtbaar, Voelbaar, Reuk, Snel verspreiden, Voortstuwend (vibratie / trillingen).
Vuur: Vernietigend, Warmte, Inzicht verschaffend (concentratie vermogen), Ego, Drogend.
Water: Vernietigend, Genezend (ontsmetten), Reinheid (schoonmaken), smelten, vereenzelvigen
Aarde: Geur, Vorm (lichaam), Massa (gewicht), Vasthoudend (een geheel), Tastbaar (voelbaar).
Wanneer we al deze eigenschappen in ons lichaam kunnen herkennen dat weten we dat we deze moeten zuiveren om op een zuivere manier God te kunnen bereiken.