De verering en voorstelling van Shiva als Goddelijke figuur zijn zeer oud. Ongeveer 5000 v.Chr. was er sprake van Shiva aanbidding. Dit getuigt de vele afbeeldingen die bij de opgravingen in de Indus-valei in Harappa en Mohenjodaro zijn gevonden. Bhalve in Zuidoost Azië zijn ook in Griekenland, Egypte, West Europa, het Romeinse Rijk, Mesopotamie, Saudi Arabië en in Amerika (o.a. Inca en Mayacultuur) afbeeldingen gevonden van Shiva en de Shiva Lingam.
In de Rigveda 3000 v.Chr. komen we de namen Rudra, Deva en Agni tegen en in de Yajurveda 2500 v.Chr. komen we de namen als MahaDeva, Aadideva tegen.
In de lange hymne “de Shatrudruiya” wordt hij onder vele namen aangeroepen: hij is zegenbengend, de verlosser, blauwhalzig (Neelkanth) en roodkleurig. In een andere hymne wordt hij Tri-ambakam (de drie oog) genoemd. In de Upanishadas wordt het karakter van Shiva volledig tot ontwikkeld en wijsgerig geformuleerd en het is in deze geschriften dat het woord Shiva als een aanduiding van hem wordt gebruikt.
In de Upanishadas wordt hij als de enige, eeuwige en als de allerhoogste erkend. Hij is de enige Rudra, Ishavara, Maheshvara en Mahadeva. Hij is Brahma, Hij is Shiva, Hij is Vishnu, Hij is de adem, hij is de Geest en hij is de Opperheer.
In de Puranas komen we zijn naam tegen als Sada (eeuwige), Shiva, Pashupati (Heer van de dieren) Mahadeva (Groot Heer), Shankara (Alles omvattende), Shambhu (Hij ontstaat uitzich zelf , Mahesvara (De Grote God), Jagdisha (God der Wereld) en Vishvanath (de Heer van het Universum).
Shiva wordt met andere namen vereerd en gekend wanneer daar bepaalde eigenschappen of verrichtingen aan worden benadrukt (zoals Kali, Bhairav).
In de gehele Vedische lietratuur (Veda, Upanishadas, Puranas en Itihaas) wordt de naam van de heer bezongen en verheerlijkt.
Shiva wordt als het derde aspect van de Goddelijke Drie-eenheid (Trimurti of Trideva) genoemd. Ook wel de Trigun-avtar (incarnatie van de drie eigenschappen) gekend. Dat deel van de Goddelijke activiteit wordt op de vernietiging en desintegratie betrekking.