Deze fase wordt ook wel de vaanprasth genoemd. De man als de vrouw ontrekken zich van alle materiele lusten door hun bezittingen te schenken aan diens kinderen. Zij leven hierna zonder enige hebzucht en brengen hun tijd door middels meditatie en devotie. Voor hen die de Vaanprashtie ingaan dienen zich te houden aan 17 regels:
1 | Geen verbintenissen met man/vrouw en kinderen. |
2 | Driemaal daags een bad nemen en in vrede leven. |
3 | Tevreden zijn met het geringste of eenvoud aan voedsel. |
4 | Veelal fruit eten. Gekookte voedsel dient niet meer te worden gebruikt wanneer deze eenmaal is afgekoeld. |
5 | Kleed sober; niet uitdagend maar ook niet te vertonend. |
6 | Accepteer het klimaat. Doorsta warm en kou. |
7 | Niet meer de haren knippen/opmaken dan wel andere vorm van mode, m.a.w. leef zo eenvoudig/sober mogelijk. |
8 | Geef liefde maar verwacht niets terug. |
9 | Slaap op de grond (op een deken evenwel is toegestaan). |
10 | Offer je maaltijd eerst aan God voordat je het zelf gaat nuttigen. |
11 | Neem afstand van geweld en voedsel of andere materie verkregen middels geweld. |
12 | Volg de fasen van vasten, volle maan, ekadashi, trayodashi. |
13 | Wees niet positief ingesteld. |
14 | Laat u leiden door uw geest. |
15 | Denk altijd aan God, die alles beheerst |
16 | Leef en wordt als een Sanyasi. |
17 | Raak geen vuur aan. Eet zoals de natuur geeft. Kook uw voedsel niet. |