Deze ceremonie is bedoeld om het kind voor het eerst gekookt vast voedsel toe te mogen dienen. Dit geschiedt vanaf de zesde maand na geboorte. Indien het kind voor het bereiken van de zes maanden al tanden begint te krijgen, dan zal deze ceremonie worden vanaf dan worden uitgevoerd. Het is bedoeld om het kind te leren voedsel te malen (bijten) om zo de kaken, de kaakspieren, het gehemelte, de smaakpapillen, het slikvermogen en de ademcontrole tijdens het slikken te bevorderen. “Anna” is nodig daar de mens door de eigenschappen van Anna in staat is onderscheid te maken tussen goed en kwaad. Daarom dient men slechts zuivere voedsel het kind te geven. Het lichaam bestaat voornamelijk uit diverse chemicaliën. Hiervoor is het van grootbelang dat we zuiver voedsel binnen krijgen om zo positieve werking van het voedsel in ons lichaam te mogen hebben. Honing en rijstepap (Mithaabhaat) zijn even belangrijk. Tijdens het geven van deze maaltijden dient men de mantra’s van anna op te noemen “Ohm Sahanaa vavatu, sahano bhunattoe, sah viryam karwaa vahai, tédjas vinaam madhietamastu, maa vid-viwasaa vahai”.